Big Ben, London, SW1A 0AA
Mon – Sat 8:30 – 17:30

Buitencontractuele aansprakelijkheid vanaf 2025

Op 1 februari 2024 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsvoorstel goed dat Boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek bevat. Dit boek, dat op 1 januari 2025 in werking treedt, schaft de quasi-immuniteit* voor uitvoeringsagenten* af, waardoor zij persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor fouten tijdens hun werk. Voor lopende contracten betekent dit dat bedrijven deze vóór de inwerkingtreding moeten herzien om te voldoen aan de nieuwe aansprakelijkheidsregels en bescherming te bieden.

  • Quasi-immuniteit verwijst naar een juridische bescherming waarbij werknemers of bestuurders van een onderneming niet persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor fouten die zij maken tijdens de uitvoering van hun taken. Traditioneel viel de aansprakelijkheid in zulke gevallen op de onderneming zelf, en niet op de individuen die de fout begingen. Dit systeem bood een zekere bescherming voor uitvoeringsagenten, maar onder de nieuwe wetgeving vanaf 2025 wordt deze quasi-immuniteit afgeschaft, waardoor persoonlijke aansprakelijkheid mogelijk wordt.
  • Uitvoeringsagenten zijn personen die onder het gezag of in opdracht van een onderneming handelen en de taken van de onderneming uitvoeren. Dit kunnen zijn:
    1. Werknemers: Personen die in loondienst staan van een onderneming en taken uitvoeren in het kader van hun job.
    2. Bestuurders: Personen die verantwoordelijk zijn voor het beleid en de strategische beslissingen van een vennootschap.
    3. Andere opdrachthouders: Dit kan iedereen zijn die een taak vervult in naam van de onderneming (bvb freelancers of onderaannemers)

Te nemen acties => aanpassing van de Algemene Voorwaarden of duidelijke clausules vermelden in uw contracten

  • Uw algemene voorwaarden aanvullen met de clausule:
    “De uitvoeringsagent van de dienstverlener is voor geen enkele fout en/of opzet en voor geen enkele schade aansprakelijk ten aanzien van de cliënt.”
  • Uw contractuele aansprakelijkheid via contract of algemene voorwaarden beperken. U kunt zich altijd tot een bedrijfsjurist hiervoor richten.
  • Reeds lopende contracten dienen te worden aangepast middels een amendement EN goedkeuring van nieuwe algemene voorwaarden door de klant. Voor lopende contracten is een gewone wijziging van uw algemene voorwaarden niet voldoende; u moet deze specifiek kenbaar maken aan uw klanten die hiermee dienen in te stemmen.

Voorbeeld

Een winkelier sluit een aannemingsovereenkomst met het bedrijf van een schrijnwerker om zijn winkel her in te richten.  De schrijnwerker schakelt hiervoor 2 van zijn werknemers in (= uitvoeringsagenten), maar die maken er een zootje van. De winkelier kan in deze situatie met de huidige wetgeving enkel een schadevergoeding op ‘contractuele’ basis vorderen bij het bedrijf van de schrijnwerker.  Een ‘buitencontractuele’ vordering tegen het het bedrijf van de schrijnwerker is uitgesloten, omdat de winkelier verbonden is door een contract met het bedrijf van de schrijnwerker.

Vanaf 2025 heeft de winkelier in dit voorbeeld de mogelijkheid om een buitencontractuele vordering te starten tegen de werknemers die de schade effectief hebben veroorzaakt (al dan niet gecombineerd met een vordering tegen het bedrijf van de schrijnwerker). De werknemers van het bedrijf van de schijnwerker lopen bijgevolg het risico om een schadevergoeding te moeten betalen.

Mocht u dus alleen handelen in uw eigen vennootschap als bestuurder van een onderneming kunt u met andere woorden vanaf 2025 zelf ook buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld.  Je bent als bestuurder niet langer beschermd in jouw eigen besloten/naamloze vennootschap.

e-facturatie peppol e-invoicing

E-facturatie wordt verplicht vanaf 2026: Wat betekent dit voor u als ondernemer?

E-facturatie wordt verplicht vanaf 2026: Wat betekent dit voor jou als ondernemer?

Vanaf 1 januari 2026 zal elke ondernemer in België verplicht worden om facturen elektronisch op te maken en te versturen via het PEPPOL-netwerk. Dit is een beslissing die voortvloeit uit Europese regelgeving. Maar wat houdt dat precies in, en wat moet jij als ondernemer doen om klaar te zijn? We leggen het hieronder stap voor stap uit.

Wat is e-facturatie?

E-facturatie betekent dat je geen papieren of PDF-facturen meer mag sturen, maar facturen in een standaard elektronisch formaat, genaamd UBL (Universal Business Language). Deze facturen worden dan verstuurd via PEPPOL, een beveiligd netwerk voor elektronische documentuitwisseling.

Wat is PEPPOL?

PEPPOL staat voor ‘Pan-European Public Procurement OnLine’. Het is een soort digitale snelweg waarlangs facturen en andere documenten veilig kunnen worden uitgewisseld tussen bedrijven en overheden. Als ondernemer hoef je je niet bezig te houden met de technische kant van PEPPOL; je boekhoudsoftware of facturatieprogramma zal dit voor jou doen.

Waarom wordt dit verplicht?

De verplichting komt er om het facturatieproces te vereenvoudigen en te automatiseren. Door het gebruik van een gestandaardiseerd formaat zoals UBL, kunnen facturen direct ingelezen worden in boekhoudsystemen. Dit bespaart tijd en vermindert de kans op fouten. Bovendien zorgt PEPPOL ervoor dat facturen veilig en snel hun bestemming bereiken, zonder gedoe met e-mails of papieren documenten.

Wat moet jij doen als ondernemer?

  1. Controleer je boekhoudsoftware: Zorg ervoor dat je boekhoudprogramma UBL-facturen kan aanmaken en versturen via PEPPOL. De meeste moderne softwarepakketten ondersteunen dit al, maar het is belangrijk om dit te controleren bij je leverancier.
  2. Gebruik een digitaal platform zoals Billit (https://www.billit.eu/): Als je nog geen facturatiesoftware gebruikt dat gelinkt is met PEPPOL, is het belangrijk om over te stappen op een digitaal platform dat voldoet aan de nieuwe eisen. Ons kantoor heeft reeds enkele jaren ervaring met Billit en we adviseren dan ook aan onze klanten om deze tool te gebruiken. Billit ondersteunt UBL-facturatie en werkt naadloos samen met PEPPOL. Dit helpt je niet alleen om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen, maar maakt ook je facturatieproces efficiënter.
  3. Wees op tijd voorbereid: Hoewel de verplichting pas ingaat vanaf 1 januari 2026, is het verstandig om nu al de nodige stappen te zetten. Zo voorkom je stress en kun je de overgang geleidelijk invoeren.
    Wij adviseren aan onze klanten om de overstap te doen vanaf 01/01/2025.  Zo is iedereen goed ingewerkt tegen de verplichte startdatum.

Wat zijn de voordelen voor jou?

  • Minder administratie: Geen gedoe meer met papieren facturen en manuele invoer in boekhoudsystemen.
  • Snellere betalingen: Elektronische facturen komen sneller aan en zijn gemakkelijker te verwerken door klanten.  Betalingen naar leveranciers kunnen ook rechtstreeks vanuit het platform worden uitgevoerd.
  • Minder fouten: UBL-facturen zijn gestandaardiseerd, wat betekent dat er minder kans is op fouten in de gegevens.

Kortom, hoewel het misschien een verandering lijkt, brengt de nieuwe verplichting heel wat voordelen met zich mee voor de ondernemer. Door nu al stappen te ondernemen, maak je je klaar voor een toekomst waarin facturatie sneller, eenvoudiger en efficiënter zal verlopen. En met een betrouwbaar platform zoals Billit aan je zijde, hoef je je geen zorgen te maken over deze overgang.

Weet ook dat alle kosten met betrekking tot deze digitalisatie momenteel 120% aftrekbaar zijn!

Verplichte elektronische facturatie tussen ondernemingen vanaf 01/01/2026

Vanaf 01/01/2026 dient elke onderneming (eenmanszaak en vennootschap) zijn factuur elektronisch/digitaal op te maken wanneer deze factureert aan een andere eenmanszaak of vennootschap.

Een elektronische of digitale factuur is GEEN Word of Excel document dat werd omgezet in een PDF.

De elektronische of digitale factuur dient opgemaakt te worden volgens een universele structuur, genaamd de Universal Business Language (UBL).  Die opbouw zorgt ervoor dat softewarepaketten wereldwijd deze factuur kunnen inlezen.

De elektronische of digitale facturen zullen tussen ondernemingen verstuurd worden op het Europese PEPPOL-netwerk.  Dit netwerk kan men aanzien als de digitale snelweg van de elektronische facturen waar iedere onderneming deel van uit maakt.

Als onderneming dient u dus een softwareleverancier te contacteren die deze facturen kan maken en die aangesloten is op het PEPPOL netwerk.  BillIT is een softwareleverancier die reeds deze type facturen kan opmaken.   Uiteraard zijn er nog andere leveranciers op de markt die reeds met deze technologie werken.

Bron: Minister Van Peteghem

Nieuw criterium voor tijdstip aangifte personenbelasting

Vanaf dit jaar worden de indieningstermijnen voor de aangifte personenbelasting gebaseerd op een nieuw criterium i.e. de aard van de inkomsten en de complexiteit van de aangifte.

Er wordt voortaan GEEN rekening meer gehouden met het feit of de aangifte al dan niet door een mandataris (lees uw boekhouder/accountant) wordt ingediend.

Een langere aangiftetermijn wordt toegekend voor de aangifte als ze één of meerdere van volgende inkomsten bevat en daardoor als complex wordt beschouwd:

  • winsten en/of baten
  • bezoldigingen bedrijfsleiders
  • bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden)
  • buitenlandse beroepsinkomsten

Samengevat: alle niet-zelfstandigen dienen voortaan uiterlijk tegen 30 juni 2023 hun papieren aangifte in te dienen ofwel uiterlijk tegen 15 juli 2023 via MyMinfin.

Dient u complexe inkomsten op te nemen in uw aangifte personenbelasting, dan heeft u tijd tot 18 oktober 2023 om uw aangifte personenbelasting in te dienen.

Bron: https://financien.belgium.be/nl/Actueel/indieningstermijnen-aangiften-pb-2023

Aftrekbaarheid van brandstofkosten voor hybride bedrijfswagens daalt naar 50% voor nieuw aangekochte wagens vanaf 01/01/2023

Aftrekbaarheid van brandstofkosten voor hybride bedrijfswagens daalt naar 50% voor nieuw aangekochte wagens vanaf 01/01/2023.
Echter wie een bestelbon heeft getekend vóór deze datum kan blijven genieten van de 100% aftrek.

OPGELET:
Bij de op dat moment reeds bestelde, maar nog niet geleverde bedrijfswagens voor de bedrijfswagens die operationeel geleased of gehuurd worden en waarvan de economische eigendom dus niet overgedragen wordt, zal gekeken worden naar de datum waarop het lease- of huurcontract wordt afgesloten!

Nieuwe verplichte factuurvermelding “Verlegging van de heffing – werk in onroerende staat” vanaf 01.01.2023

Wat zijn werken in onroerende staat?

Onder werk in onroerende staat wordt begrepen: het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen en afbreken, geheel of gedeeltelijk, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. (art. 19, §2 W.BTW).

Deze volgende beroepen voeren deze type van werken uit: aannemer, schilder, loodgieter, behanger, ramenwasser, dakwerker, glaszetter, isoleerder, lasser, metselaar, parketvloerenlegger, plafond -en wandmonteur, stukadoor, tegelzetter, timmerman, voeger,…

Nieuwe verplichte vermelding op facturen vanaf 01.01.2023

Bij het uitschrijven van uw factuur NAAR EEN BTW BELASTINGPLICHTIGE KLANT waarbij er één van bovenvermelde prestaties zijn geleverd dient volgende tekst voortaan toegevoegd te worden:

“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”

Het doel van deze verwijzing is in het bijzonder de afnemer die geen periodieke btw-aangiften indient en die zijn aannemer niet in kennis heeft gesteld van zijn hoedanigheid, te informeren over de gevolgen ten aanzien van zijn persoonlijke aansprakelijkheid voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en boetes.

Voor verdere vragen, aarzel niet om ons te contacteren

Verbouwingswerken: attest 6% niet langer verplicht

Om het verlaagd tarief van 6% te kunnen toepassen bij renovatie- en verbouwingswerken aan een privéwoning dient de aannemer steeds een attest te laten tekenen door zijn klant.  De klant verklaart op dit attest dat de woning hoofdzakelijk voor privé-bewoning is en ouder dan 10 jaar.

Door de wet van 27 december 2021 is dit attest niet langer verplicht op voorwaarde dat de aannemer volgende vermelding maakt op zijn factuur:

Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat:
(1) de werken verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat minstens tien/vijftien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken,
(2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en

(3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker.

Wanneer minstens één van de hierboven vermelde voorwaarden niet is voldaan dient de aannemer het normale btw-tarief van 21% toe te passen.
Indien de klant de factuur binnen een termijn van één maand de factuur niet betwist wordt de aannemer ontslagen van de aansprakelijkheid voor de toepassing van het verlaagd tarief van 6%.
Aannemers mogen evenwel nog steeds verder gebruik maken van de attesten tot 30 juni 2022.
Deze regelgeving staat los van de tijdelijke BTW verlaging op afbraak- en heropbouw werkzaamheden (welke van toepassing is tot en met 31.12.2022).

Belastingvermindering op laadpaal voor zelfstandige, vennootschap en particulier

Een belastingvermindering op laadpaal zowel voor zelfstandige, vennootschap en particulier want vanaf 2026 moeten bedrijfswagens elektrisch zijn om van 100% aftrekbaarheid te kunnen blijven genieten.  Voor wagens op fossiele brandstoffen is een traject voorzien waarbij de aftrek vanaf juli 2023 tot 2028 jaar na jaar  vermindert.  Bestaande contracten worden niet gewijzigd.

Om deze overgang zo goed als mogelijk te laten lopen steunt de overheid de installatie van een laadpaal bij uw bedrijf of bij u als particulier.

Zelfstandigen en vennootschappen

Voor zelfstandigen en vennootschappen is momenteel een laadpunt 100% aftrekbaar.  Vanaf 1 september 2021 wordt de aftrek verhoogd naar 200% en dit tot en met 31 december 2022.  Tussen 1 januari 2023 en 31 augustus 2024 daal de aftrekbaarheid naar 150%.

Voorwaarden:

  • minstens een deel van de dag vrij toegankelijk zijn voor derden;
  • voorzien zijn van intelligente software (de laattijd en laadvermogen moet kunnen worden gestuurd door een energiebeheerssysteem)

De gedane investering kan worden afgeschreven ten belope van 200% als de investering gebeurt in de periode van 1 september 2021 tot 31 december 2022; en ten belope van 150% als de investering gebeurt in de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024.

Particulieren

Particulieren kunnen rekenen op een belastingvermindering van 45% met een maximum van 1.500 EUR per laadpaal voor een installatie tussen 1 september 2021 tot en met 31 december 2022.  Vanaf 2023 wordt het voordeel afgebouwd naar 30% en vervolgens naar 15% vanaf 2024.  Zowel huurders als eigenaars hebben recht op de belastingvermindering.

Voorwaarden:

  • in nieuwe staat worden verkregen;
  • het gaat om levering met plaatsing (een door de particulier aangekocht en zelf geplaatst laadstation komt niet in aanmerking);
  • de plaatsing moet gebeuren in de woning van de belastingplichtige (zijn woning op 1 januari van het aanslagjaar);
  • de belastingplichtige kan slechts 1x aanspraak maken op de vermindering;
  • het laadstation moet werken op groene stroom (zonnepanelen zijn niet nodig, een contract voor 100% groene stroom met de elektriciteitsmaatschappij is ook goed);
  • voorzien zijn van intelligente software (digitaal aansluitbaar op een beheerssysteem dat laattijd en laadvermogen kan sturen);
  • gekeurd zijn door een erkend keuringsmechanisme.

Voor verdere informatie kunt u steeds met ons contact opnemen.

Nieuwe BTW-regels voor E-Commerce vanaf 1 juli 2021

Nieuwe BTW-regels voor E-Commerce vanaf 1 juli 2021

Nieuwe BTW-regels voor E-Commerce (internet aankopen) vanaf 1 juli 2021

Vanaf 1 juli 2021 verdwijnt de btw-vrijstelling voor de invoer van goederen met een waarde van niet meer dan 22 euro.

Dat betekent dat je als consument voor ALLE goederen die je buiten de EU invoert (bvb. Amerika, China, Verenigd Koninkrijk, enz) BTW moet betalen als je ze online koopt.
Bijvoorbeeld alle aankopen van gekende websites zoals Aliexpress of Wish.

Alle informatie omtrent pakketten verzenden en ontvangen kan u terugvinden op de website van de FOD Financiën Douane & Accijnzen

Voor verdere informatie kunt u steeds met ons contact opnemen.

 

Dagvergoedingen voor bedrijfsleiders en werknemers

Dagvergoedingen binnen- en buitenlandse dienstreizen voor bedrijfsleiders/werknemers

Wanneer van toepassing?

Telkens er een beroepsverplaatsing is met een afwezigheid van minstens 6 uur en verder dan 25 km van zijn ‘standplaats’ .
Beroepsverplaatsing = bezoek klanten, leveranciers, prospectie, opleidingen. Hierbij wordt uitgesloten beroepsverplaatsingen naar vaste plaatsen van tewerkstelling.
Vaste plaatsen van tewerkstelling zijn plaatsen waar u meer dan 40 dagen per jaar komt. Deze dagen hoeven niet noodzakelijk op elkaar te volgen.

Voor wie bestemd?

Voor zelfstandige bedrijfsleiders (zaakvoerders, bestuurders) van vennootschappen en werknemers.  Niet voor zelfstandige eenmanszaak.

Hoeveel bedragen de vergoedingen?

Sinds 01.04.2020 geldt er een dagvergoeding van € 17,41 (voorheen € 17,06)
Indien u zo goed als dagelijks beroepsmatig de baan op moet, geldt er een maximumbedrag van € 278,56/maand (16 x € 17,41).

Wat dekken deze vergoedingen?

Maaltijden en dranken die worden aangekocht gedurende de zaken- of dienstreis.

Wat dekken deze vergoedingen niet?

Alle andere kosten (verplaatsingen, representatiekosten, …) dienen bewezen te worden

De verplaatsing mag geen aanleiding geven tot een maaltijd die door de werkgever/vennootschap of een derde wordt betaald
(Bijvoorbeeld een deelname aan seminarie waarbij de maaltijd inbegrepen is in de deelnameprijs, toegang tot een bedrijfsrestaurant van de werkgever of een derde, of een klant of leverancier die een maaltijd voorziet of indien u gaat eten tijdens de dienstreis en een restaurantbonnetje inbrengt in de boekhouding mag u dit niet combineren met een dagvergoeding)

Tevens mogen er geen andere voordelen worden toegekend om de maaltijdkosten te dekken, zoals bijvoorbeeld maaltijdcheques. In dat geval moet de werkgeversbijdrage worden afgetrokken van het toegekende forfait.

Hoe bewijzen?

De echtheid van de verplaatsingen dient aangetoond te worden (agenda, afspraken met klanten, …).
Het is hierbij aangewezen om het begin en eind uur van uw verplaatsingen bij te houden.

Fiscaal regime van deze vergoedingen?

Voor uw vennootschap zijn deze 100% aftrekbaar. Voor uzelf zijn deze vergoedingen niet belastbaar.
Let op! Uw dagvergoeding zal door de fiscus toch belast worden als loon indien u meer dan € 17,41 (of € 278,56) opneemt, maar ook als uw verplaatsing geen zes uur duurt!

Werfbezoeken?

Werknemers/bedrijfsleiders in de bouwsector kunnen geen gebruik maken van een belastingvrije dagvergoedingen. Werven worden immers steeds als een plaats van tewerkstelling beschouwd, ook al komt u daar minder dan 40 dagen per jaar, aldus de rechter (Gent, 06.02.2018).

Dagvergoedingen in het buitenland

Het volledige bedrag van de dagvergoeding mag in aanmerking genomen worden voor elke volle dag afwezigheid, dit is een dag tussen 2 overnachtingen op dienstreis.
Voor de dagen van vertrek en terugkeer mag slechts de helft van de forfaitaire vergoeding als kost eigen aan de werkgever in aanmerking worden genomen.

Het volledige bedrag mag ook toegekend worden voor dienstreizen met vertrek en terugkeer binnen dezelfde dag met een afwezigheid van minstens 10 uren. Of dit het geval is moet gekeken worden naar de afwezigheid van de werknemer of bedrijfsleider van zijn vaste plaats van tewerkstelling (standplaats) tot het uur van terugkeer aldaar.

Indien men meer dan 30 dagen ononderbroken in het buitenland zit zijn er andere spelregels van toepassing.

 

Voor verdere informatie kunt u steeds met ons contact opnemen.