Big Ben, London, SW1A 0AA
Mon – Sat 8:30 – 17:30

Buitencontractuele aansprakelijkheid vanaf 2025

Op 1 februari 2024 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers het wetsvoorstel goed dat Boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek bevat. Dit boek, dat op 1 januari 2025 in werking treedt, schaft de quasi-immuniteit* voor uitvoeringsagenten* af, waardoor zij persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor fouten tijdens hun werk. Voor lopende contracten betekent dit dat bedrijven deze vóór de inwerkingtreding moeten herzien om te voldoen aan de nieuwe aansprakelijkheidsregels en bescherming te bieden.

  • Quasi-immuniteit verwijst naar een juridische bescherming waarbij werknemers of bestuurders van een onderneming niet persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor fouten die zij maken tijdens de uitvoering van hun taken. Traditioneel viel de aansprakelijkheid in zulke gevallen op de onderneming zelf, en niet op de individuen die de fout begingen. Dit systeem bood een zekere bescherming voor uitvoeringsagenten, maar onder de nieuwe wetgeving vanaf 2025 wordt deze quasi-immuniteit afgeschaft, waardoor persoonlijke aansprakelijkheid mogelijk wordt.
  • Uitvoeringsagenten zijn personen die onder het gezag of in opdracht van een onderneming handelen en de taken van de onderneming uitvoeren. Dit kunnen zijn:
    1. Werknemers: Personen die in loondienst staan van een onderneming en taken uitvoeren in het kader van hun job.
    2. Bestuurders: Personen die verantwoordelijk zijn voor het beleid en de strategische beslissingen van een vennootschap.
    3. Andere opdrachthouders: Dit kan iedereen zijn die een taak vervult in naam van de onderneming (bvb freelancers of onderaannemers)

Te nemen acties => aanpassing van de Algemene Voorwaarden of duidelijke clausules vermelden in uw contracten

  • Uw algemene voorwaarden aanvullen met de clausule:
    “De uitvoeringsagent van de dienstverlener is voor geen enkele fout en/of opzet en voor geen enkele schade aansprakelijk ten aanzien van de cliënt.”
  • Uw contractuele aansprakelijkheid via contract of algemene voorwaarden beperken. U kunt zich altijd tot een bedrijfsjurist hiervoor richten.
  • Reeds lopende contracten dienen te worden aangepast middels een amendement EN goedkeuring van nieuwe algemene voorwaarden door de klant. Voor lopende contracten is een gewone wijziging van uw algemene voorwaarden niet voldoende; u moet deze specifiek kenbaar maken aan uw klanten die hiermee dienen in te stemmen.

Voorbeeld

Een winkelier sluit een aannemingsovereenkomst met het bedrijf van een schrijnwerker om zijn winkel her in te richten.  De schrijnwerker schakelt hiervoor 2 van zijn werknemers in (= uitvoeringsagenten), maar die maken er een zootje van. De winkelier kan in deze situatie met de huidige wetgeving enkel een schadevergoeding op ‘contractuele’ basis vorderen bij het bedrijf van de schrijnwerker.  Een ‘buitencontractuele’ vordering tegen het het bedrijf van de schrijnwerker is uitgesloten, omdat de winkelier verbonden is door een contract met het bedrijf van de schrijnwerker.

Vanaf 2025 heeft de winkelier in dit voorbeeld de mogelijkheid om een buitencontractuele vordering te starten tegen de werknemers die de schade effectief hebben veroorzaakt (al dan niet gecombineerd met een vordering tegen het bedrijf van de schrijnwerker). De werknemers van het bedrijf van de schijnwerker lopen bijgevolg het risico om een schadevergoeding te moeten betalen.

Mocht u dus alleen handelen in uw eigen vennootschap als bestuurder van een onderneming kunt u met andere woorden vanaf 2025 zelf ook buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld.  Je bent als bestuurder niet langer beschermd in jouw eigen besloten/naamloze vennootschap.

e-facturatie peppol e-invoicing

E-facturatie wordt verplicht vanaf 2026: Wat betekent dit voor u als ondernemer?

E-facturatie wordt verplicht vanaf 2026: Wat betekent dit voor jou als ondernemer?

Vanaf 1 januari 2026 zal elke ondernemer in België verplicht worden om facturen elektronisch op te maken en te versturen via het PEPPOL-netwerk. Dit is een beslissing die voortvloeit uit Europese regelgeving. Maar wat houdt dat precies in, en wat moet jij als ondernemer doen om klaar te zijn? We leggen het hieronder stap voor stap uit.

Wat is e-facturatie?

E-facturatie betekent dat je geen papieren of PDF-facturen meer mag sturen, maar facturen in een standaard elektronisch formaat, genaamd UBL (Universal Business Language). Deze facturen worden dan verstuurd via PEPPOL, een beveiligd netwerk voor elektronische documentuitwisseling.

Wat is PEPPOL?

PEPPOL staat voor ‘Pan-European Public Procurement OnLine’. Het is een soort digitale snelweg waarlangs facturen en andere documenten veilig kunnen worden uitgewisseld tussen bedrijven en overheden. Als ondernemer hoef je je niet bezig te houden met de technische kant van PEPPOL; je boekhoudsoftware of facturatieprogramma zal dit voor jou doen.

Waarom wordt dit verplicht?

De verplichting komt er om het facturatieproces te vereenvoudigen en te automatiseren. Door het gebruik van een gestandaardiseerd formaat zoals UBL, kunnen facturen direct ingelezen worden in boekhoudsystemen. Dit bespaart tijd en vermindert de kans op fouten. Bovendien zorgt PEPPOL ervoor dat facturen veilig en snel hun bestemming bereiken, zonder gedoe met e-mails of papieren documenten.

Wat moet jij doen als ondernemer?

  1. Controleer je boekhoudsoftware: Zorg ervoor dat je boekhoudprogramma UBL-facturen kan aanmaken en versturen via PEPPOL. De meeste moderne softwarepakketten ondersteunen dit al, maar het is belangrijk om dit te controleren bij je leverancier.
  2. Gebruik een digitaal platform zoals Billit (https://www.billit.eu/): Als je nog geen facturatiesoftware gebruikt dat gelinkt is met PEPPOL, is het belangrijk om over te stappen op een digitaal platform dat voldoet aan de nieuwe eisen. Ons kantoor heeft reeds enkele jaren ervaring met Billit en we adviseren dan ook aan onze klanten om deze tool te gebruiken. Billit ondersteunt UBL-facturatie en werkt naadloos samen met PEPPOL. Dit helpt je niet alleen om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen, maar maakt ook je facturatieproces efficiënter.
  3. Wees op tijd voorbereid: Hoewel de verplichting pas ingaat vanaf 1 januari 2026, is het verstandig om nu al de nodige stappen te zetten. Zo voorkom je stress en kun je de overgang geleidelijk invoeren.
    Wij adviseren aan onze klanten om de overstap te doen vanaf 01/01/2025.  Zo is iedereen goed ingewerkt tegen de verplichte startdatum.

Wat zijn de voordelen voor jou?

  • Minder administratie: Geen gedoe meer met papieren facturen en manuele invoer in boekhoudsystemen.
  • Snellere betalingen: Elektronische facturen komen sneller aan en zijn gemakkelijker te verwerken door klanten.  Betalingen naar leveranciers kunnen ook rechtstreeks vanuit het platform worden uitgevoerd.
  • Minder fouten: UBL-facturen zijn gestandaardiseerd, wat betekent dat er minder kans is op fouten in de gegevens.

Kortom, hoewel het misschien een verandering lijkt, brengt de nieuwe verplichting heel wat voordelen met zich mee voor de ondernemer. Door nu al stappen te ondernemen, maak je je klaar voor een toekomst waarin facturatie sneller, eenvoudiger en efficiënter zal verlopen. En met een betrouwbaar platform zoals Billit aan je zijde, hoef je je geen zorgen te maken over deze overgang.

Weet ook dat alle kosten met betrekking tot deze digitalisatie momenteel 120% aftrekbaar zijn!

Aftrekbaarheid van brandstofkosten voor hybride bedrijfswagens daalt naar 50% voor nieuw aangekochte wagens vanaf 01/01/2023

Aftrekbaarheid van brandstofkosten voor hybride bedrijfswagens daalt naar 50% voor nieuw aangekochte wagens vanaf 01/01/2023.
Echter wie een bestelbon heeft getekend vóór deze datum kan blijven genieten van de 100% aftrek.

OPGELET:
Bij de op dat moment reeds bestelde, maar nog niet geleverde bedrijfswagens voor de bedrijfswagens die operationeel geleased of gehuurd worden en waarvan de economische eigendom dus niet overgedragen wordt, zal gekeken worden naar de datum waarop het lease- of huurcontract wordt afgesloten!

Nieuwe verplichte factuurvermelding “Verlegging van de heffing – werk in onroerende staat” vanaf 01.01.2023

Wat zijn werken in onroerende staat?

Onder werk in onroerende staat wordt begrepen: het bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen en afbreken, geheel of gedeeltelijk, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. (art. 19, §2 W.BTW).

Deze volgende beroepen voeren deze type van werken uit: aannemer, schilder, loodgieter, behanger, ramenwasser, dakwerker, glaszetter, isoleerder, lasser, metselaar, parketvloerenlegger, plafond -en wandmonteur, stukadoor, tegelzetter, timmerman, voeger,…

Nieuwe verplichte vermelding op facturen vanaf 01.01.2023

Bij het uitschrijven van uw factuur NAAR EEN BTW BELASTINGPLICHTIGE KLANT waarbij er één van bovenvermelde prestaties zijn geleverd dient volgende tekst voortaan toegevoegd te worden:

“Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”

Het doel van deze verwijzing is in het bijzonder de afnemer die geen periodieke btw-aangiften indient en die zijn aannemer niet in kennis heeft gesteld van zijn hoedanigheid, te informeren over de gevolgen ten aanzien van zijn persoonlijke aansprakelijkheid voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en boetes.

Voor verdere vragen, aarzel niet om ons te contacteren

Verbouwingswerken: attest 6% niet langer verplicht

Om het verlaagd tarief van 6% te kunnen toepassen bij renovatie- en verbouwingswerken aan een privéwoning dient de aannemer steeds een attest te laten tekenen door zijn klant.  De klant verklaart op dit attest dat de woning hoofdzakelijk voor privé-bewoning is en ouder dan 10 jaar.

Door de wet van 27 december 2021 is dit attest niet langer verplicht op voorwaarde dat de aannemer volgende vermelding maakt op zijn factuur:

Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat:
(1) de werken verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat minstens tien/vijftien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken,
(2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en

(3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker.

Wanneer minstens één van de hierboven vermelde voorwaarden niet is voldaan dient de aannemer het normale btw-tarief van 21% toe te passen.
Indien de klant de factuur binnen een termijn van één maand de factuur niet betwist wordt de aannemer ontslagen van de aansprakelijkheid voor de toepassing van het verlaagd tarief van 6%.
Aannemers mogen evenwel nog steeds verder gebruik maken van de attesten tot 30 juni 2022.
Deze regelgeving staat los van de tijdelijke BTW verlaging op afbraak- en heropbouw werkzaamheden (welke van toepassing is tot en met 31.12.2022).

UPDATE 01/11/2020: Maatregelen voor zelfstandigen door Corona

Waarop kan ik beroep doen als zelfstandige omwille van (verplichte) sluiting door Corona?

Hieronder vindt u de maatregelen voor zelfstandigen die momenteel van toepassing zijn voor zelfstandigen die getroffen worden door Corona.
Deze pagina wordt ge-update van zodra wij over bijkomende informatie beschikken.

1. Volledig overbruggingsrecht

Voorwaarden:

Wanneer je als zelfstandige je activiteiten moet onderbreken omdat je

1/ Door de overheid wordt verplicht

ofwel

2/ Omdat je uw zaak sluit uit vrije wil (bvb. omdat er geen klanten meer komen of omdat te veel van je werknemers afwezig zijn)

In beide gevallen kan je rekenen op het overbruggingsrecht.  Bij verplichte sluiting heb je al recht op een uitkering na 1 dag onderbreking.  In het andere geval krijg je de uitkering nadat je 7 opeenvolgende dagen geen activiteiten uitoefent.

Café en restaurantuitbaters hebben een aparte regeling.  Deze kan u hier terugvinden.

Hoeveel bedraagt het overbruggingsrecht?

Je krijgt een uitkering van 1.291,69 euro (of 1.614,10 euro als je een persoon ten laste hebt bij je ziekenfonds).

Van toepassing voor:

  • Je bent zelfstandige in hoofdberoep (eenmanszaak, werkend vennoot en bedrijfsleider) of als meewerkende partner.
  • Je bent zelfstandige in bijberoep, waarbij je minstens de minimumbijdrage betaalt van een zelfstandige in hoofdberoep (739,05 euro).
    Je moet jezelf dan wel al een gevestigde zelfstandige mogen noemen. Dat wil zeggen dat de bijdrage die je betaalt gebaseerd is op je inkomen van drie jaar geleden.
    Starters in bijberoep komen dus niet in aanmerking

EN

  • je bent door de overheid verplicht je zaak minstens 1 dag te sluiten.
  • je werkt in een andere sector, en je beslist je onderneming minstens 7 opeenvolgende dagen volledig te sluiten.
    Bijvoorbeeld omdat je te weinig klanten hebt, of omdat je zaak (grotendeels) afhangt van een sector die nog verplicht gesloten is.

Het overbruggingsrecht dient worden aangevraagd bij het sociaal verzekeringsfonds bij wie u bent aangesloten.

2. Overbruggingsrecht voor quarantaine en gesloten klas, school of kinderopvang

Vanaf september kunnen zelfstandigen in bepaalde gevallen een beroep doen op het klassieke overbruggingsrecht.

In welke situaties kan ik een uitkering aanvragen?

1/ Zelfstandigen die in quarantaine moeten en daardoor minstens 7 opéénvolgende kalenderdagen hun activiteiten volledig onderbreken.

In deze situatie is een quarantaine-attest vereist. Dat attest staat op je eigen naam of op naam van iemand die op hetzelfde adres staat ingeschreven

2/ Zelfstandigen die instaan voor de zorg van hun kind(eren) door het sluiten van school, klas of kinderopvang en hierdoor minstens 7 opéénvolgende kalenderdagen hun activiteiten volledige onderbreken.

Vereiste documenten die je moet toevoegen aan je aanvraag zijn:

  • Beslissing van de directie van de school of een beslissing van de kinderopvang.
  • Zorg je voor een kind dat ouder is dan 12 jaar? Dan is ook een specifieke motivering vereist waarom de ouder instaat voor zorg van kind.

Wanneer kom je niet in aanmerking?

  • Als je je zelfstandige activiteit thuis kunt verderzetten;
  • Als je omwille van niet-essentiële redenen bent afgereisd naar een gebied dat op het moment dat je vertrekt, is aangeduid als een rode zone.
  • Als je arbeidsongeschikt bent en recht hebt op een ziekte-uitkering. Een uitkering van het ziekenfonds heeft altijd voorrang op deze uitkering, ook al zou het bedrag van de ziekte-uitkering lager zijn.

Van toepassing voor: 

Elke zelfstandige die de afgelopen 4 kwartalen aangesloten is als zelfstandige in hoofdberoep of als meewerkende partner en tijdens de afgelopen 16 kwartalen minstens 4 kwartalen effectief bijdragen betaalde als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkend partner.

Hoeveel bedraagt de uitkering?

Deze specifieke situatie valt niet meer onder de tijdelijke crisismaatregelen. Dat wil zeggen dat je geen volledige maanduitkering meer krijgt als je onderbreking korter is dan een maand.

Per periode van 7 opeenvolgende kalenderdagen onderbreking krijg je nu een uitkering van 322,92 euro (zonder gezinslast) of 403,53 euro (met gezinslast).

3. De subsidie Vlaams beschermingsmechanisme

Wanneer kom jij in aanmerking voor deze steun?

  1. Tussen 1 augustus en 30 september 2020 daalde je omzet met minstens 60%, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Het spreekt voor zich dat je zaak in die periode geopend was, je jaarlijkse sluitingsperiode niet meegerekend.
  2. Je voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op de eerste compensatiepremie of de hinderpremie. Je hoeft de premie dus niet effectief aangevraagd of ontvangen te hebben.
  3. Je kan het omzetverlies aantonen via dagontvangsten, geleverde prestaties of tijdsregistratie.
  4. Zelfstandige die woonachtig is in Vlaanderen

Hoeveel bedraagt de subsidie Vlaams beschermingsmechanisme?

De premie komt neer op 7,5% van je omzet in de periode 01/08/2019 – 30/09/2019

Dat bedrag is exclusief BTW en beperkt tot maximum € 15.000 per onderneming.

Voor zelfstandigen in bijberoep wordt deze premie gehalveerd. Dat is eveneens het geval als je zaak minder openingsdagen telt dan in de maanden augustus en september van vorig jaar.

Waar vraag je de premie aan?

Aan te vragen vóór 15 november 2020 op de website van VLAIO

Bron: klik hier

4. Nieuw Vlaams Beschermingsmechanisme

Wanneer kom jij in aanmerking voor deze steun?

  1. Tussen 1 oktober en 18 november 2020 daalde je omzet met minstens 60%, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Het spreekt voor zich dat je zaak in die periode geopend was, je jaarlijkse sluitingsperiode niet meegerekend.
  2. Je voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op de eerste compensatiepremie of de hinderpremie. Je hoeft de premie dus niet effectief aangevraagd of ontvangen te hebben.
  3. Je kan het omzetverlies aantonen via dagontvangsten, geleverde prestaties of tijdsregistratie.
  4. Zelfstandige die woonachtig is in Vlaanderen

Hoeveel bedraagt de steun?

De steun bedraagt 10% van de omzet exclusief btw tijdens dezelfde periode in 2019.
Zelfstandigen in bijberoep krijgen 5% steun.
Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in 2019, wordt de omzetdaling vergeleken met de verwachte omzet zoals vermeld in het financieel plan.

De maximale steun bedraagt:

  • Bij keuze voor referentieperiode 1 oktober tot 15 november 2020:
    • € 11.250 voor ondernemingen met < 9 werknemers
    • € 22.500 voor ondernemingen met  10 werknemers of meer
  • Bij keuze voor referentieperiode 19 oktober tot 18 november 2020 én voor wie verplicht gesloten is:
    • € 7.500 voor ondernemingen met < 9 werknemers
    • € 15.000 voor ondernemingen met > 10 werknemers

Wie verplicht moet sluiten, moet omzetdaling niet aantonen

Café’s en restaurants die van 19 oktober tot 18 november 2020 verplicht gesloten zijn door de federale en Vlaamse coronavirusmaatregelen, moeten hun omzetdaling niet aantonen.
Deze afwijking geldt niet voor ondernemingen waarvan de omzet in dezelfde periode van 2019 50% of meer betrekking heeft op take away-activiteiten. Zij moeten dus wél een omzetdaling aantonen.
Ook voor hen bedraagt de subsidie 10% (of 5% in geval van bijberoep) van de omzet, exclusief btw, met een maximale subsidie van € 7.500 tot 9 werknemers en maximaal € 15.000 vanaf 10 werknemers.

Waar vraag je de premie aan?

Aan te vragen vanaf 16 november 2020 op de website van VLAIO

Bron: klik hier

5. Uitstel/vrijstelling van sociale bijdragen

5.1 Uitstel van betaling en kwijtschelding verhogingen

U kunt een schriftelijke aanvraag indienen bij uw sociaal verzekeringsfonds om de betaling van uw voorlopige sociale bijdragen uit te stellen.
De maatregel geldt voor de voorlopige bijdragen van het derde en vierde kwartaal van 2020.

Voor meer informatie gelieve contact op te nemen met het sociale verzekeringsfonds bij wie u bent aangesloten.

5.2 Vermindering van voorlopige bijdragen

U kan als zelfstandige een vermindering aanvragen van de voorlopige sociale bijdragen op voorwaarde dat de beroepsinkomsten lager liggen dan één van de wettelijke drempels.

5.3 Vrijstelling van bijdragen

Zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten die hun sociale bijdragen niet kunnen betalen, kunnen vrijstelling van bijdragen vragen.
Opgelet, een vrijstelling is verschillend van uitstel!

Vrijstelling wil zeggen dat je een aanvraag indient om de sociale bijdragen volledig niet te moeten betalen.

De vrijstelling van bijdragen kan geheel of gedeeltelijk worden toegekend.

Je kunt vrijstelling vragen voor de voorlopige bijdragen of voor het bijdragesupplement na een regularisatie van het beroepsinkomen.

Belangrijk:
vrijgestelde kwartalen komen niet in aanmerking voor pensioenopbouw.

Deze vrijstelling kan enkel aangevraagd worden voor hoofdberoepers en meewerkende echtgenotes in het maxi-statuut.

Je kan enkel vrijstelling aanvragen als je 4 kwartalen bezig bent als zelfstandige.

De aanvraag dient te gebeuren via het sociaal verzekeringsfonds.

Wij adviseren hierin om eerst het uitstel aan te vragen en eventueel later de vrijstelling aan te vragen mocht het nodig zijn.

6. Ziekte-uitkering

Het is uiteraard niet uitgesloten dat jij als zelfstandige zelf het coronavirus oploopt. In dat geval ben je arbeidsongeschikt.
Ben je langer dan 8 dagen arbeidsongeschikt, dan heb je vanaf de eerste dag recht op een uitkering van het ziekenfonds.
Ben je ziek? Contacteer dan zo snel mogelijk je arts en je ziekenfonds.
De uitkering van het ziekenfonds wordt ten vroegste uitbetaald vanaf de datum waarop je arts je getuigschrift van arbeidsongeschiktheid uitschrijft.

7. Vlaamse overheid voorziet Covid-19 toeslag voor kwetsbare gezinnen

Elk gezin bij wie het inkomen met minstens 10% daalde omwille van het coronavirus, en bij wie het gezinsinkomen onder de grens van € 2.213,30 (bruto) per maand ligt, kan rekenen op een tijdelijke toeslag. Gespreid over 3 maanden krijg je per kind 40 euro steun. Op deze pagina lees je alle voorwaarden en hoe je de toeslag moet aanvragen.

 

Het is perfect mogelijk dat je als zelfstandige beroep doet op meerdere maatregelen.
Spring niet te lichtzinnig om met je aanvraag. Kan je je activiteiten blijven uitoefenen? Doe het dan zeker.
Laat de steunmaatregelen aan je collega-zelfstandigen die het echt nodig hebben.
Bovendien vermijd je zo dat je bij een controle een onterecht gekregen uitkering moet terugbetalen.

Corona ondersteuningspremie, overbruggingsrecht en heropstart

De Vlaamse en Federale regering heeft bijkomende maatregelen genomen door de gevolgen van COVID-19.
In dit artikel geven wij u alvast een overzicht van de bijkomende maatregelen voor zelfstandigen en werkgevers

In ons vorig artikel hadden we het reeds over de corona hinderpremie en corona compensatiepremie welke tot 30 juni 2020 kon worden aangevraagd.

1. Corona ondersteuningspremie (Vlaanderen)

De Vlaamse regering heeft opgemerkt dat heel wat bedrijven ook na heropstart financiële moeilijkheden ondervinden.
Om deze reden werd de corona ondersteuningspremie in het leven geroepen.

Je komt in aanmerking als je tot één van de volgende categorieën behoort:

Voor zelfstandigen en bedrijven:

  • Zelfstandige in hoofdberoep
  • Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft van minstens € 13.993,78
  • Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende minder dan 80% is tewerkgesteld (= helft van de premie)
  • Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht met minstens 1 voltijds equivalent werkend vennoot of minstens 1 voltijds equivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
  • Een buitenlandse onderneming met vergelijkbaar statuut met minstens 1 voltijds equivalent werkend vennoot of minstens 1 voltijds equivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
  • Een vereniging met economische activiteit met minstens 1 voltijds equivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid.

Welke activiteit moet jouw onderneming uitoefenen om in aanmerking te komen voor de subsidie?

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen:

  • de onderneming die verplicht werd te sluiten en waarbij haar locatie verplicht gesloten was ingevolge de coronamaatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad, zoals bepaald bij de corona hinderpremie
  • de onderneming die niet verplicht werd te sluiten maar een omzetdaling van minstens 60 % heeft geleden zoals bepaald bij de corona compensatiepremie

Welke omzetdaling moet je aantonen om  in aanmerking te komen voor de subsidie?

De onderneming moet een omzetdaling van minstens 60% hebben ten gevolge van vermelde exploitatiebeperkingen door de coronamaatregelen in de doorstartperiode. Dit is de periode waarin de onderneming doorstart na de versoepeling van de coronamaatregelen. De referentieperiode is de overeenkomstige maand in 2019.

Kwam je in aanmerking voor de corona hinderpremie wegens verplichte sluiting van je fysieke locatie, dan moet je een omzetdaling vna minstens 60% in de maand die volgt op de opheffing van deze verplichte sluiting kunnen aantonen.  Concreet betreft het volgende heropeningsdata:

18 april 2020 Doe-het-zelfzaken en tuincentra
20 april 2020 Dierenpensions/-hotels
4 mei 2020 Stoffenwinkels
11 mei 2020 Detailhandel
18 mei 2020 Contactberoepen (kapsalons en schoonheidssalons, pedicure, dierentrimsalons, …)
Sportaccomodaties
Musea
Dierentuinen, …
8 juni 2020 Horeca en toerisme
1 juli 2020 Wellnesscentra, met inbegrip van sauna’s
Casino’s en speelautomatenhallen
Pretparken en binnenspeeltuinen
Bioscopen
Publiek toegankelijke zwembaden
Feestzalen
Ook markten en kermissen kunnen terug georganiseerd worden.

 

Kwam je in aanmerking voor de compensatiepremie dan moet je een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 1 mei tot 31 mei 2020 kunnen aantonen met de referentieperiode van 1 mei 2019 tot en met 31 mei 2019.

Wat als je een startende onderneming bent?

Dan vergelijk je de gerealiseerde omzet in de periode van heropening in 2020 met de verwachte omzet uit je financieel plan voor die zelfde periode. Startende ondernemingen die geen financieel plan moesten neerleggen bij opstart (bv. eenmanszaken) moeten een financieel plan opstellen om de lagere omzet te verantwoorden.

2. Verlening tijdelijke corona overbruggingsrecht

Overbruggingsrecht voor sectoren die vrijwillig sluiten voor minstens 7 dagen in juli en augustus en mits bewijzen daling van inkomsten/omzet/bestelling werd het overbruggingsrecht verlengd tot en met 31 augustus 2020.

Wie nog niet kan heropstarten, kan tijdens de maanden juli en augustus 2020 in de volgende situaties nog steeds in aanmerking komen voor het bestaande tijdelijk corona-overbruggingsrecht, wanneer aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • Verplichte gedeeltelijke of volledige sluiting opgelegd door de Nationale Veiligheidsraad: Je komt meteen in aanmerking voor de toekenning van het overbruggingsrecht. Er is dus geen minimumduur van onderbreking vereist. Het gaat hier om de volgende activiteiten:
    • jacuzzi’s, stoomcabines en hammams, behalve indien hun gebruik privé is;
    • discotheken en dancings;
    • massa-evenementen die doorgaans worden georganiseerd voor meer dan 200 personen binnen (vanaf augustus 400 personen) of voor meer dan 400 personen buiten (vanaf augustus 800 personen);
  • Geen opgelegde sluiting door de Nationale Veiligheidsraad maar je bent gedwongen om je zelfstandige activiteit volledig of gedeeltelijk te onderbreken: omdat je afhankelijk bent van een activiteit die is vermeld in het vorige punt. Je komt meteen in aanmerking voor de toekenning van het overbruggingsrecht. Er is dus geen minimumduur van onderbreking vereist. Je moet wel de band van afhankelijkheid aantonen;
  • Geen opgelegde sluiting door de Nationale Veiligheidsraad en je bent niet afhankelijk van dergelijke activiteit: maar je ziet je wel genoodzaakt om als gevolg van de coronacrisis je activiteit volledig te onderbreken gedurende een periode van ten minste 7 opeenvolgende kalenderdagen tijdens de betrokken kalendermaand.
    In deze situatie geldt er een striktere bewijslast:

    • Je moet aantonen dat de onderbreking een onmiddellijk gevolg van het coronavirus is, omdat het nog steeds onmogelijk is om de zelfstandige activiteit opnieuw op te starten.
    • Je moet dit oorzakelijk verband aantonen aan de hand van objectieve elementen, zoals een aanzienlijke daling van de inkomsten, van de activiteit (daling van de reserveringen, daling van de bezettingsgraad, stijging van het aantal annuleringen, enz.), onderbroken leveringen, een daling van de verkoop of een attest van quarantaine.
    • Het is niet voldoende om enkel beperkingen door de regels van de social distancing in te roepen. De aanwezigheid van het oorzakelijk verband zal worden gecontroleerd, zowel voorafgaand aan de toekenning van de uitkering als achteraf.

Als je eenzelfde zelfstandige activiteit uitoefent in verschillende ondernemingen, dan moet de zelfstandige activiteit in alle ondernemingen worden onderbroken omwille van het coronavirus. Als je verschillende zelfstandige activiteiten uitoefent, dan moeten de voorwaarden vervuld zijn voor elk van die activiteiten.

Als je doorgaans enkel evenementen organiseert die nog steeds verboden zijn in juli en augustus 2020, dan mag je je activiteit omvormen tot bijvoorbeeld het organiseren van kleinere “events” (genre zomerbars, kleinschalige festivals, …).  Dergelijke omvorming verhindert de verdere toekenning van het corona-overbruggingsrecht niet.

Om in aanmerking te komen moet je als zelfstandige sociale bijdragen verschuldigd zijn in België. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zelfstandigen die recht hebben op de volledige uitkering of een gedeeltelijke uitkering:

Recht op de volledige uitkering

Hiervoor komen in aanmerking:

  • De zelfstandige in hoofdberoep (incl. helpers, meewerkende echtgenoten in het maxistatuut en (primo)starters);
  • De zelfstandige in bijberoep die wettelijke voorlopige bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep;
  • De zelfstandige in hoofdberoep gelijkgesteld met bijberoep (art. 37 ARS) die voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van een zelfstandige in hoofdberoep;
  • De student-zelfstandige die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van de zelfstandigen in hoofdberoep.

Recht op de gedeeltelijke uitkering

Hiervoor komen in aanmerking:

  • De zelfstandige in bijberoep die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die worden berekend op een referte-inkomen tussen € 6.996,89 en € 13.993,77;
  • De zelfstandige in hoofdberoep gelijkgesteld met bijberoep (art. 37 ARS) die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die worden berekend op een referte-inkomen tussen € 6.996,89 en € 7.330,52;
  • De student-zelfstandige die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die worden berekend op een referte-inkomen tussen € 6.996,89 euro en € 13.993,77;
  • De actief gepensioneerde zelfstandige die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die worden berekend op een referte-inkomen hoger dan € 6.996,89.

Omvang steun

De maandelijkse uitkering verschilt in functie van de gezinslast (zonder gezinslast en met gezinslast). Om de gezinssituatie te bepalen is er geen attest van het ziekenfonds vereist en volstaat een verklaring op eer van de zelfstandige dat hij al dan niet een gezinslast heeft.

met gezinslast
zonder gezinslast
Volledige uitkering
€ 1.614,10  € 1.291,69
Gedeeltelijke uitkering
€ 807,05 € 645,85

Het recht wordt ook toegekend indien je als zelfstandige al in het verleden genoten hebt van het maximum aantal maandelijkse uitkeringen in het overbruggingsrecht. Bovendien tellen de periodes in het kader van deze tijdelijke maatregel niet mee voor het maximale aantal toekomstige toekenningen van de maandelijkse uitkeringen in het overbruggingsrecht.

Cumulering met vervangingsinkomen

De cumulatie van de financiële uitkering in het kader van deze tijdelijke crisismaatregel met een vervangingsinkomen is toegelaten, op voorwaarde dat voldaan is aan alle andere voorwaarden om de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht te genieten.

Dit impliceert dat een zelfstandige, die zijn zelfstandige activiteit reeds heeft onderbroken omwille van andere redenen dan Covid-19, niet in aanmerking komt voor de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht.

Voorbeeld: De zelfstandige geniet arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in de periode van 15 november 2019 tot 30 juni 2020. Zijn zelfstandige activiteit is bijgevolg reeds onderbroken. Hij kan deze geen tweede keer onderbreken omwille van Covid-19 en komt dus niet in aanmerking voor de tijdelijke crisismaatregel.

Het is echter wel mogelijk de tijdelijke crisismaatregel binnen één en dezelfde maand te cumuleren met een ander vervangingsinkomen (en dit in tegenstelling tot hetgeen het geval is in het klassieke overbruggingsrecht). Voorbeeld: De zelfstandige geniet arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van 15 november 2019 tot 16 maart 2020. Indien hij de voorwaarde in het kader van de onderbreking vervult, kan hij de tijdelijke crisismaatregel genieten in maart en april en dit ondanks het feit dat hij in deze maand reeds (gedeeltelijk) arbeidsongeschiktheidsuitkeringen genoot.

OPGELET: Voor de zelfstandigen die in aanmerking komen voor de halve uitkering, mag de som van die gedeeltelijke uitkering van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht en het andere vervangingsinkomen per maand niet hoger zijn dan € 1.614,10. Bij overschrijding zal het maandelijkse bedrag van de uitkering van de tijdelijke crisismaatregel overbruggingsrecht verminderd worden.

Fiscaal is het nu ook zo dat het overbruggingsrecht belast zal worden aan 16.5% in plaats van het marginaal tarief.
De voorwaarde hiervoor is dat het bedrag van het overbruggingsrecht samen me andere eventuele uitkeringen en vergoedingen niet hoger mag liggen dan het netto inkomen die de zelfstandige de voorbije vier jaar uit de zijn activiteit behaalde.

 

3. Overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart (relance-uitkering of heropstart-overbruggingsrecht)

Voor de maanden juni, juli en augustus 2020 wordt er voor zelfstandigen een vervangingsinkomen voorzien als er kan worden aangetoond dat de activiteit voor het tweede kwartaal van 2020 een omzetverlies of vermindering van bestellingen kent van minstens 10% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019, als gevolg van het coronavirus.

Wie komt in aanmerking

Het overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart kent in de maanden juni, juli en augustus 2020 een uitkering toe aan zelfstandigen die, in de eerste fase van de COVID-19-crisis, verplicht werden om hun zelfstandige activiteit te onderbreken door de sluitingsmaatregelen opgelegd door de overheid en die toegelaten worden hun zelfstandige activiteit opnieuw op te starten.

Voorwaarden om in aanmerking te komen voor dit overbruggingsrecht:

  • Je bent als zelfstandige sociale bijdragen verschuldigd in België;
  • Op 3 mei 2020 was je activiteit nog verboden of beperkt door de sluitingsmaatregelen opgelegd door de overheid. Als je actief bent in verschillende ondernemingen en/of verschillende sectoren, dan moet je hoofdactiviteit aan die voorwaarde voldoen. (Komen niet in aanmerking als verboden of beperkingen: de regels inzake sociale distancing voor toegelaten activiteiten, de toegangsmodaliteiten voor de grootwarenhuizen, doe-het-zelfzaken met een algemeen assortiment, tuincentra, boomkwekerijen en groothandels bestemd voor professionelen, de verboden kortingsacties in handelszaken en winkels en het sluitingsuur voor nachtwinkels.)
    Het gaat o.m. om de volgende activiteiten:

    • de horeca;
    • de non-food detailhandel (met uitzondering van doe-het-zelfzaken, tuincentra en dagbladhandels die al eerder konden openen);
    • de markten (zowel de klassieke marktkramen als de mobiele verkopers van gebraden kippen en ijskarren en andere foodtrucks);
    • de kappers en schoonheidsspecialisten;
    • de reisbureaus met kantoor/ontvangstruimte “front office”, die als een handelszaak moeten beschouwd worden (en dus niet enkel online actief zijn);
    • de autocarbedrijven die hoofdzakelijk het vervoer van personen verzorgen in het kader van recreatieve activiteiten zoals groepsuitstappen en reizen (en die dus niet hoofdzakelijk in onderaanneming voor regionale busmaatschappijen actief zijn);
  • Je activiteit mag opnieuw opgestart worden, zonder andere beperkingen dan de regels inzake sociale distancing;
  • Je kan aantonen dat je activiteit voor het tweede kwartaal van 2020 een omzetverlies of vermindering van bestellingen kent van minstens 10% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019, als gevolg van het coronavirus. Je moet bij je aanvraag objectieve elementen voegen (bij voorkeur een attest van de boekhouder) die dit aantonen. Je verklaring zal achteraf worden gecontroleerd. Hou dus de nodige stavingsstukken (bijvoorbeeld btw-raming) ter beschikking;
  • Je krijgt voor dezelfde maand geen corona-overbruggingsrecht bij onderbreking van de activiteit.

Enkele voorbeelden:

  • kappers mochten heropstarten vanaf 18 mei 2020 en komen in aanmerking voor de uitkering voor de maanden juni, juli en augustus 2020;
  • restaurants mochten heropstarten vanaf 8 juni 2020 en komen in aanmerking voor de uitkering voor de maanden juli en augustus 2020 (in juni hebben zij nog recht op het corona-overbruggingsrecht bij onderbreking van de activiteit);
  • activiteiten die vanaf 1 juli 2020 mogen heropstarten, komen in aanmerking voor de uitkering voor de maanden juli en augustus 2020.

De volgende zelfstandigen komen in aanmerking voor de uitkering:

  • De zelfstandige in hoofdberoep (incl. helpers, meewerkende echtgenoten in het maxistatuut en (primo)starters);
  • De zelfstandige in bijberoep die wettelijke voorlopige bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep;
  • De zelfstandige in hoofdberoep gelijkgesteld met bijberoep (art. 37 ARS) die voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van een zelfstandige in hoofdberoep;
  • De student-zelfstandige die wettelijke voorlopige sociale bijdragen verschuldigd is die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van de zelfstandigen in hoofdberoep.

Omvang steun

De maandelijkse uitkering verschilt in functie van de gezinslast (zonder gezinslast en met gezinslast).

met gezinslast
zonder gezinslast
Volledige uitkering
€ 1.614,10  € 1.291,69

De uitkering kan gecumuleerd worden met (tijdelijke) werkloosheid. Maar je kan de uitkering niet cumuleren met het corona-overbruggingsrecht bij onderbreking van de activiteit.

De uitkering kan ook gevraagd worden door de zelfstandige die al een uitkering in het klassieke overbruggingsrecht heeft genoten voor de maximale duur van 12 of 24 maanden. De duur van de toekenning telt ook niet mee voor de maximumduur van het klassieke overbruggingsrecht.

Je blijft je sociale bijdragen verschuldigd, zodat je je socialezekerheidsrechten behoudt. Als je moeilijkheden ondervindt om die bijdragen te betalen, dan kan je vermindering van voorlopige bijdragen, uitstel van betaling of vrijstelling van bijdragen aanvragen.

Aaanvraagprocedure

Het overbruggingsrecht bij heropstart van de activiteit moet worden aangevraagd bij je sociaal verzekeringsfonds.

UPDATE 20/03/2020: Maatregelen voor zelfstandigen en werkgevers door Corona

De federale regering heeft verschillende maatregelen genomen door de gevolgen van COVID-19.
In dit artikel geven wij u alvast een overzicht van de verschillende maatregelen voor zelfstandigen en werkgevers

1. Sociale bijdragen

1.1 Uitstel van betaling en kwijtschelding verhogingen

U kunt een schriftelijke aanvraag indienen bij uw sociaal verzekeringsfonds om de betaling van uw voorlopige sociale bijdragen uit te stellen.
De maatregel geldt voor de voorlopige bijdragen van het eerste en tweede kwartaal van 2020.
Het uitstellen van de betaling heeft tot gevolg dat de bijdrage van het eerste kwartaal 2020 dient te worden betaald vóór 31 maart 2021 en de bijdrage van het tweede kwartaal 2020 vóór 30 juni 2021.

Deze aanvraag moet gebeuren:
* vóór 31/3/2020 om voor het eerste en tweede kwartaal van 2020 een uitstel van betaling te krijgen;
* vóór 15/6/2020 om voor tweede kwartaal van 2020 een uitstel van betaling te krijgen;

Voor meer informatie gelieve contact op te nemen met het sociale verzekeringsfonds bij wie u bent aangesloten.

1.2 Vermindering van voorlopige bijdragen

U kan als zelfstandige een vermindering aanvragen van de voorlopige sociale bijdragen op voorwaarde dat de beroepsinkomsten lager liggen dan één van de wettelijke drempels.

1.3 Vrijstelling van bijdragen

Zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten die hun sociale bijdragen niet kunnen betalen, kunnen vrijstelling van bijdragen vragen.
Opgelet, een vrijstelling is verschillend van uitstel!

Vrijstelling wil zeggen dat je een aanvraag indient om de sociale bijdragen volledig niet te moeten betalen.

De vrijstelling van bijdragen kan geheel of gedeeltelijk worden toegekend.

Je kunt vrijstelling vragen voor de voorlopige bijdragen of voor het bijdragesupplement na een regularisatie van het beroepsinkomen.

Belangrijk:
vrijgestelde kwartalen komen niet in aanmerking voor pensioenopbouw.

Deze vrijstelling kan enkel aangevraagd worden voor hoofdberoepers en meewerkende echtgenotes in het maxi-statuut.

Je kan enkel vrijstelling aanvragen als je 4 kwartalen bezig bent als zelfstandige.

De aanvraag dient te gebeuren via het sociaal verzekeringsfonds.

Wij adviseren hierin om eerst het uitstel aan te vragen en eventueel later de vrijstelling aan te vragen mocht het nodig zijn.

2. Overbruggingsrecht

Zelfstandigen onder de vorm van een vennootschap en hun onderneming volledig moeten sluiten omwille van de maatregel in het kader van het corona virus zullen ook recht hebben op de financiële uitkering.
Het feit dat de zelfstandige bedrijfsleider of bestuurder nog bezoldigingen ontvangt van de vennootschap, is geen beletsel om het overbruggingsrecht te genieten.

Zelfstandigen eenmanszaken in hoofdberoep en meewerkende echtgenotes in maxi statuut kunnen genieten van het overbruggingsrecht.

Zelfstandigen in bijberoep, gepensioneerden en student zelfstandigen NIET.

Het overbruggingsrecht wordt beschouwd als een vervangingsinkomen en kan niet gecombineerd worden met een andere uitkering.

Tijdens deze onderbreking mag je ook NIET aan de slag gaan als werknemer.

De startdatum van de ondernemer speelt geen rol.

Het overbruggingsrecht kan gecombineerd worden met Vlaamse Hinderpremie.

Overbruggingsrecht wordt uitbetaald door jouw sociaal verzekeringsfonds en dient dus ook bij hen aangevraagd te worden.

  • Actief in de horeca (ook als je je zaak niet helemaal sluit bvb. afhaalmaaltijden)
  • Andere sectoren bij volledige of gedeeltelijk verplichte sluiten en je activiteiten minsten 7 opeenvolgende dagen onderbreekt
  • Andere sectoren die uit voorzorg of omdat ze te weinig klanten hebben sluiten

U ontvangt een uitkering van 1.291,69 EUR (of 1.614,10 EUR met gezinslast) voor ofwel maart, ofwel april afhankelijk van in welke maand je je activiteiten voor minstens 7 opeenvolgende dagen onderbreekt.  Onderbreek je je activiteiten in beide maanden minstens 7 opeenvolgende dagen  dan krijg je zowel in maart als in april een uitkering overbruggingsrecht.

Kappers die al dan niet hun activiteit voortzetten komen ook in aanmerking voor het overbruggingsrecht ongeacht of ze al dan niet hun activiteit voortzetten.
Zij mogen dus de zaak sluiten ofwel slechts één klant per keer en op afspraak ontvangen.

Voor meer informatie gelieve contact op te nemen met het sociale verzekeringsfonds bij wie u bent aangesloten.

3. Btw, bedrijfsvoorheffing, personen- en/of vennootschapsbelasting

U kan bij de FOD Financiën een aanvraag indienen vóór 30/06/2020 tot het bekomen van:
– een afbetalingsplan;
– vrijstelling van nalatigheidsintresten;
– kwijtschelding van boeten wegens niet-betaling.

Meer info via deze link

De FOD Financiën heeft tevens bijkomende maatregelen genomen.
Een overzicht van deze bijkomende maatregelen vindt u hier

4. Vlaamse Hinderpremie

De Vlaamse Regering heeft de corona hinderpremie uitgebreid naar ALLE ondernemers (handelaars, horeca en dienstverleners) met een fysieke locatie die volledig moeten sluiten omwille van de nieuwe beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad

Ondernemers die minstens 1 voltijds en volwaardig inkomen hebben, komen in aanmerking voor de premie.

Dit geldt ook voor ambulante activiteiten (bv. marktkramers) die getroffen worden door het sluiten van de openbare markten.

De premie wordt toegekend per vestiging voor zover in de bijkomende vestigingen minstens één voltijds personeelslid tewerkgesteld is. Het aantal premies wordt beperkt tot maximaal vijf per onderneming.

In de horecasector is het verplicht sluiten van de eetruimte voldoende om van de premie te kunnen genieten, ook als zij nog afhaaldiensten organiseren.

Een zelfstandige in bijberoep komt ook in aanmerking voor de premie, op voorwaarde dat men de minimumbijdrage betaalt van een zelfstandige in hoofdberoep.

Wil je een volledig overzicht van welke ondernemingen recht hebben op de hinderpremie?  Klik dan hier

Bedrag van de premie:

  • Volledige sluiting: 4000€ en na 21 dagen 160€/dag
  • Weekend sluiting: 2000€ en na 21 dagen 160€/dag

Hoe aanvragen? Er kan momenteel geen aanvraag ingediend worden.  Vanaf 23 maart zou de toepassing klaar zijn.

Wij adviseren u om u te registreren door uw naam, voornaam en mailadres op te geven hier

De aanvraag moet binnen de dertig kalenderdagen na de verplichte sluitingsperiode ten gevolge van de coronomaatregelen worden ingediend.

De hinderpremie kan gecombineerd worden met het overbruggingsrecht.

 

Werkgevers met personeel kunnen beroep doen op volgende maatregelen:

1. Tijdelijke werkloosheid door overmacht of economische werkloosheid

Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht zal kunnen ingeroepen worden in afwachting van de erkenning als ‘onderneming in moeilijkheden’.
Er dient hiervoor een aanvraag te worden ingediend bij de RVA.

Meer informatie via deze link

2. Betalingsplan voor sociale werkgeversbijdragen

Wat de socialezekerheidsbijdragen voor het eerste en tweede kwartaal van 2020 betreft, zal de COVID-19 problematiek worden aanvaard als een factor die minnelijke betalingstermijnen mogelijk maakt.

Meer informatie via deze link contacteer ons vrijblijvend.

3. Uitstel betaling bedrijfsvoorheffing

De overheid kent momenteel een uitstel tot betaling bedrijfsvoorheffing toe voor een periode van 2 maanden. Dit uitstel wordt toegekend voor alle sectoren.

Contacteer ons vrijblijvend indien u nog verdere vragen heeft.

Afronden cashbetalingen

Afronden cashbetalingen

Afronden cashbetalingen verplicht vanaf 1 december 2019

Het afronden van cashbetalingen is verplicht voor alle ondernemingen (zowel eenmanszaken als vennootschappen) vanaf 1 december 2019.
De munten van 1 en 2 cent blijven momenteel nog geldig als betaalmiddel.

Hoe gaat het afronden in zijn werk?

Het totaalbedrag van alle aankopen die de klant cash betaalt moet worden afgerond.
Het is dus niet de bedoeling om de prijs van elk afzonderlijk artikel gaan af te ronden!

Ondernemingen moeten cashbetalingen door de consument afronden wanneer:

  • de betaling gebeurt in gezamenlijke fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming
    en
  • het te betalen bedrag groter is dan 5 cent.

Afronden is niet toegelaten in geval van verkoop op afstand (bijvoorbeeld via internet) en tussen particulieren of ondernemingen.

Ondernemingen kunnen vrij beslissen om de afronding toe te passen op andere betalingswijzen.
In dat geval dienen ze dezelfde voorwaarden te respecteren en moeten de regels van het afronden worden toegepast voor al hun klanten en betalingswijzen.

Welke regels dienen er te worden gevolgd?

Een onderneming die de afronding toepast, moet volgende regels volgen:

  • wanneer u enkel betalingen in cash afrondt, dient u enkel op het gedeelte betaald in cash af te ronden
    (ook als de betaling gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met een andere betalingswijze gebeurt);
  • mocht de onderneming beslissen om de afronding ook toe te passen op andere betalingswijzen (dan de betaling in cash), dient de afronding te gebeuren op het totaalbedrag
    (zelfs als de betaling deels in cash en deels met een ander betalingsmiddel gebeurt).
    In dat geval afficheert de onderneming duidelijk zichtbaar de volgende wettekst: “Het totaalbedrag wordt altijd afgerond”;
  • het kassaticket of bewijsdocument dient zowel het niet afgerond (totaal te betalen) bedrag als als het afgeronde bedrag te vermelden.
    (ongeacht het werkelijk in cash betaalde of het werkelijke totaal betaalde bedrag)

De regels van de afronding

Het totaalbedrag moet worden afgerond naar het dichtste veelvoud van 5 cent, ofwel het lagere ofwel het hogere.

  • Eindigt het totaalbedrag op 1 of 2 cent, dan dient u af te ronden naar het lagere x,x0.
  • Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 3, 4, 6 of 7 cent, wordt afgerond naar x,x5.
  • Indien het totaalbedrag eindigt op 8 of 9 cent, wordt dit bedrag afgerond naar het hogere x,(x+1)0.

 

Meer informatie vindt u terug op volgende website van de overheid:
https://economie.fgov.be/nl/themas/verkoop/prijsbeleid/betalingen/afronden-van-cashbetalingen-de

Lees ook zeker de veelgestelde vragen door ondernemingen:
https://economie.fgov.be/nl/themas/verkoop/prijsbeleid/betalingen/afronding-van-cashbetalingen/afronden-van-cashbetalingen-0